‘Fietsen en stappen langs historische koeien’

Niks Hollandser dan een kudde koeien in de wei. Wie geniet er niet van tijdens een fiets- of wandeltocht door het 071-gebied rondom Leiden. Maar de ene koe is de ander niet. Rondom Leiden zie je namelijk op verschillende plekken verschillende koeienrassen, zoals de historische Lakenvelder, de Blaarkop of de Witrik. 

De Blaarkop is een koe met een grote witte kop met donkere vlekken rond de ogen, de zogeheten blaren. Deze koe wordt al genoemd in geschriften uit de 13e eeuw en stond vanaf de 17e eeuw op grote schaal in de polders rond Leiden. In de regio werden toen miljoenen kilo’s Leidse kaas geproduceerd, die door de VOC als proviand en handelswaar werd meegenomen. De Leidse lakenindustrie maakte gebruik van karnemelk, die overbleef bij de productie van boter, om het laken te bleken. Er was zelfs zo veel vraag naar deze producten dat vanaf 1625 veel moerassige gebieden werden ingepolderd. Niet voor niets zie je de blaarkop heel vaak op de schilderijen van de Hollandse meesters in de talloze musea.

De Blaarkop bleef heel lang dé koe in het Nederlandse polderlandschap. Nog in de 20e eeuw was deze regio officieel aangewezen als Blaarkopfokdistrict. Wie rond 1970 van Utrecht naar Leiden reisde, zag nauwelijks andere koeien dan Blaarkoppen in de weilanden staan. Dat veranderde pas vanaf 1980. Toen kozen veruit de meeste boeren voor de Holsteinkoe, vanwege de intensivering van de landbouw. In het Groene Hart staan nu nog slechts zo’n 200 raszuivere melkgevende Blaarkopkoeien in de weilanden. In totaal zijn er in Nederland rond de 2.000 ‘echte’ Blaarkoppen geregistreerd. 

De Lakenvelder, herkenbaar aan de witte band ‘het laken’ rond de buik van de koe, was een koe die veelal vanwege hun decoratieve uiterlijk in parken van landgoederen stonden. De relatief kleine koe wordt al beschreven in de 12e eeuw en de vroegste afbeelding dateert uit 1450. Met het verdwijnen van de landgoederen verdween ook dit ‘sierrund’. Inmiddels zijn er weer 3500 Lakenvelders, ruim tien keer meer dan op het dieptepunt. 

De Witrik is geen officieel ras, maar deze koeien zijn herkenbaar aan de witte streep over de nek en rug. Vaak hebben ze ook een witte onderzijde en gespikkelde kop en poten. De variatie is groot bij deze koeien die al te zien zijn op schilderijen van Gerard Dou en Paulus Potter.

Deze historische koeienrassen zijn in de omgeving van Leiden nog volop te zien. Zo is er recent een Levend Erfgoedroute gemaakt waarbij je al fietsend en wandelend langs de weilanden gaat, maar ook bij de boeren op het erf komt en hun producten kunt kopen. Dus kijk op levenderfgoedroute.nl  en download deze route die voornamelijk door Warmond gaat. Een paar tips alvast: langs de Zijldijk in Warmond lopen bijna altijd Lakenvelders.  Jonge blaarkoppen lopen in de Broek en Simontjespolder, vlak tegen de Leidse Merenwijk aan. Witrikken grazen in de Kloosterwei, vlakbij de Oude Toren in Warmond. Maar ook in de weilanden aan de andere kant van Leiden kun je je ogen goed de kost geven en eens kijken of je hier een paar mooie Blaarkoppen of Lakenvelders ziet.

Artikelen laatste uitgave

Kies een categorie

Archief