Kasteel Duivenvoorde

Het kasteel Duivenvoorde weerspiegelt in het water. Een oprijlaan gaat naar de brug waar de toegang tot het statige buitenhuis zich bevindt. Vanuit de grote bomen laten verschillende vogels van zich horen. Een beter zomerverblijf kon de adel zich niet wensen. Het leuke is dat iedereen van deze buitenplaats kan genieten.

Al in 1226 was op de plek van het huidige kasteel Duivenvoorde een grote stenen versterking. Restanten van deze woontoren zijn nog steeds zichtbaar in het voorhuis van het kasteel. Toch dateert het huidige kasteel, dat altijd bewoond is geweest, vooral van latere jaren. Rond 1830 stond het pand min of meer op instorten. De toenmalige eigenaar Steengracht was een burgerjongen met veel geld die met een barones trouwde. Hij heeft het kasteel opgeknapt, de brug gebouwd en vervolgens de hele tuin door Zocher jr. rond het kasteel laten draperen. Dat park is een paar jaar geleden heringericht waardoor bezoekers rond het kasteel kunnen lopen en over de nieuwe paden kunnen dwalen. 

Ook de binnenkant van het kasteel is verschillende keren opgeknapt, iets waarvan bezoekers kunnen genieten tijdens een rondleiding (mits het kasteel weer is opengesteld). De Grote zaal of Marotzaal, waar werd gedanst en bezoek ontvangen, is indrukwekkend. Daar is een portrettengalerij met vijf generaties Van Wassenaer, één van de families die op het kasteel hebben gewoond. Maar ook het goudleerkabinet met het behang uit de 18e eeuw is heel bijzonder. Doordat het kasteel altijd bewoond is geweest, is goed te zien hoe de edellieden de adel tijdens de zomermaanden op de buitenplaats leefden. Uniek zijn de buffetnissen, houten nissen waar de verschillende onderdelen van een diner werden klaargezet. Ook de werkvertrekken van het personeel zijn te zien, zoals de keuken met het gerei én de mangelkamer. En let bij een bezoek eens op de trappen: een steile waar je bijna op moet klauteren voor het personeel en een minder steile, een zogeheten luie trap, waar de adel gracieus naar beneden kon schrijden. Sta ook even stil bij het doek van Andreas Schelfhout, Schaatsers bij een Hollandse stad uit 1857. Het schilderstuk is lang weggeweest maar nu hangt het weer op de overloop. Let eens op de ruiterstoel, een soort wipkip waar de ouderen toch nog het gevoel hadden dat ze op een paard zaten.

Overigens is ook het koetshuis van het kasteel te bezichtigen. Daar staan nog verschillende rijtuigen. En wie zin heeft in een kopje adellijke thee, is welkom in het paviljoen/ bezoekerscentrum Het hof van Duivenvoorde. Kortom, een echte buitenplaats, en dat midden in de Randstad.

Over het water

Kasteel Duivenvoorde is ook over het water bereikbaar. Gewoon vanaf de Vliet de vaarroute nemen waarover de adellijke eigenaars voorheen hun meubilair vervoerden als ze tussen het winterverblijf in Den Haag en het zomerverblijf in Voorschoten pendelden.

Knippolderpad

Na een bezoek aan kasteel Duivenvoorde nog niet genoeg gewandeld? Volg het in 2016 geopende Knippolderpad (ter hoogte van de Veurseweg) en loop dwars door de weilanden, langs de knipmolen naar de Vliet. Daar kun je bij restaurant De Knip uitrusten. Honden zijn niet toegestaan op het pad.

Artikelen laatste uitgave

Kies een categorie

Archief